De gebeurtenissen van 6 en 7 september 1955 in Istanbul behoren tot de meest beschamende bladzijden uit de geschiedenis. Er vond gepland en systematisch geweld plaats, gericht tegen minderheden in de stad, vooral tegen de Grieken. Deze grote plundering liet een spoor achter van verkrachtingen en doden. Veel Grieken, die hier oorspronkelijk thuis waren, zagen zich gedwongen hun huizen achter te laten aan opportunisten, en vertrokken – voorgoed.
'De laatste dans in Tatavla' gaat over het verzet van Varyete Eleni en Gül, twee speelmaatjes die hun ramen sluiten voor de ingrijpende en pijnlijke veranderingen in Istanbul.
In plaats daarvan creëren ze vrolijke, kinderlijke spelletjes en laten zich meeslepen door liederen en dans. In het verhaal maken ze de keuze om niet te verdrinken in verdriet, maar het leed al dansend en lachend te vergeten.
